Packfiles
Laten we eens terug gaan naar de object-databank van je test Git repository. Op dit punt heb je 11 objecten – 4 blobs, 3 bomen, 3 commits en 1 tag:
$ find .git/objects -type f
.git/objects/01/55eb4229851634a0f03eb265b69f5a2d56f341 # tree 2
.git/objects/1a/410efbd13591db07496601ebc7a059dd55cfe9 # commit 3
.git/objects/1f/7a7a472abf3dd9643fd615f6da379c4acb3e3a # test.txt v2
.git/objects/3c/4e9cd789d88d8d89c1073707c3585e41b0e614 # tree 3
.git/objects/83/baae61804e65cc73a7201a7252750c76066a30 # test.txt v1
.git/objects/95/85191f37f7b0fb9444f35a9bf50de191beadc2 # tag
.git/objects/ca/c0cab538b970a37ea1e769cbbde608743bc96d # commit 2
.git/objects/d6/70460b4b4aece5915caf5c68d12f560a9fe3e4 # 'test content'
.git/objects/d8/329fc1cc938780ffdd9f94e0d364e0ea74f579 # tree 1
.git/objects/fa/49b077972391ad58037050f2a75f74e3671e92 # new.txt
.git/objects/fd/f4fc3344e67ab068f836878b6c4951e3b15f3d # commit 1
Git comprimeert de inhoud van deze bestanden met zlib, en je slaat maar weinig op, dus nemen deze bestanden samen maar 925 bytes in beslag. Je zult nu wat grotere inhoud toevoegen aan het repository om een interessante eigenschap van Git te demonstreren. Voeg het repo.rb bestand toe van de Grit bibliotheek waaraan je eerder gewerkt hebt – dit is een broncode bestand van ongeveer 12K groot:
$ curl http://github.com/mojombo/grit/raw/master/lib/grit/repo.rb > repo.rb
$ git add repo.rb
$ git commit -m 'added repo.rb'
[master 484a592] added repo.rb
3 files changed, 459 insertions(+), 2 deletions(-)
delete mode 100644 bak/test.txt
create mode 100644 repo.rb
rewrite test.txt (100%)
Als je naar de resulterende boom kijkt, kun je zien welke SHA-1 waarde je repo.rb gekregen heeft voor het blob object:
$ git cat-file -p master^{tree}
100644 blob fa49b077972391ad58037050f2a75f74e3671e92 new.txt
100644 blob 9bc1dc421dcd51b4ac296e3e5b6e2a99cf44391e repo.rb
100644 blob e3f094f522629ae358806b17daf78246c27c007b test.txt
Je kunt dan het git cat-file
commando gebruiken om te zien hoe groot dat object is:
$ git cat-file -s 9bc1dc421dcd51b4ac296e3e5b6e2a99cf44391e
12898
Pas het bestand nu eens een beetje aan, en kijk wat er gebeurd:
$ echo '# testing' >> repo.rb
$ git commit -am 'modified repo a bit'
[master ab1afef] modified repo a bit
1 files changed, 1 insertions(+), 0 deletions(-)
Bekijk de boom die door de commit gemaakt is, en je zult iets interessants zien:
$ git cat-file -p master^{tree}
100644 blob fa49b077972391ad58037050f2a75f74e3671e92 new.txt
100644 blob 05408d195263d853f09dca71d55116663690c27c repo.rb
100644 blob e3f094f522629ae358806b17daf78246c27c007b test.txt
De blob is nu een andere blob, wat betekent dat alhoewel je slechts een enkele regel aan het eind van een bestand van 400 regels toegevoegd hebt, Git die nieuwe inhoud als een compleet nieuw object opgeslagen heeft:
$ git cat-file -s 05408d195263d853f09dca71d55116663690c27c
12908
Je hebt nu twee vrijwel identieke 12K grote objecten op je disk. Zou het niet fijn zijn als Git één van de twee volledig op kon slaan, en het tweede object slechts als delta tussen die en de eerste?
Het blijkt dat dat kan. Het initiële formaat waarin Git objecten opslaat op disk wordt een los object formaat genoemd. Maar, eens in de zoveel tijd pakt Git een aantal van die objecten in een enkel binair bestand wat een packfile genoemd wordt, om wat ruimte te besparen en efficiënter te zijn. Git doet dit als je teveel losse objecten rond hebt slingeren, als je het git gc
commando handmatig uitvoert, of als je naar een remote server pushed. Om te zien wat er gebeurd, kun je Git handmatig vragen om de objecten in te pakken met het git gc
commando:
$ git gc
Counting objects: 17, done.
Delta compression using 2 threads.
Compressing objects: 100% (13/13), done.
Writing objects: 100% (17/17), done.
Total 17 (delta 1), reused 10 (delta 0)
Als je in je objecten map kijkt, zul je zien dat de meeste objecten verdwenen zijn, en er een aantal nieuwe bestanden verschenen zijn:
$ find .git/objects -type f
.git/objects/71/08f7ecb345ee9d0084193f147cdad4d2998293
.git/objects/d6/70460b4b4aece5915caf5c68d12f560a9fe3e4
.git/objects/info/packs
.git/objects/pack/pack-7a16e4488ae40c7d2bc56ea2bd43e25212a66c45.idx
.git/objects/pack/pack-7a16e4488ae40c7d2bc56ea2bd43e25212a66c45.pack
De objecten die overgebleven zijn, zijn de blobs waarnaar geen enkel commit wijst – in dit geval zijn het de “what is up, doc?” en de “test content” voorbeeld-blobs die je eerder aangemaakt hebt. Omdat je ze nooit aan een commit toegevoegd hebt, worden ze beschouwd als ‘rondslingerend’ en worden ze niet in je nieuwe packfile ingepakt.
De andere bestanden zijn je nieuwe packfile en een index. De packfile is een enkel bestand dat de inhoud bevat van alle objecten die van je bestandssysteem verwijderd zijn. De index is een bestand dat offsets binnen de packfile bevat, zodat je snel naar een specifiek object kunt zoeken. Wat cool is, is dat alhoewel de objecten op de disk voordat je gc
aanriep samen zo’n 12K groot waren, is de nieuwe packfile slechts 6K. Je hebt je diskverbruik gehalveerd door je bestanden in te pakken.
Hoe doet Git dit? Als Git objecten inpakt, zoekt het naar bestanden die gelijk genaamd en in grootte zijn, en slaat slechts de delta’s van één versie van het bestand naar de volgende op. Je kunt in de packfile kijken en zien wat Git gedaan heeft om ruimte te besparen. Het git verify-pack
sanitaire voorzieningen commando stelt je in staat om te zien wat er ingepakt is:
$ git verify-pack -v \
.git/objects/pack/pack-7a16e4488ae40c7d2bc56ea2bd43e25212a66c45.idx
0155eb4229851634a0f03eb265b69f5a2d56f341 tree 71 76 5400
05408d195263d853f09dca71d55116663690c27c blob 12908 3478 874
09f01cea547666f58d6a8d809583841a7c6f0130 tree 106 107 5086
1a410efbd13591db07496601ebc7a059dd55cfe9 commit 225 151 322
1f7a7a472abf3dd9643fd615f6da379c4acb3e3a blob 10 19 5381
3c4e9cd789d88d8d89c1073707c3585e41b0e614 tree 101 105 5211
484a59275031909e19aadb7c92262719cfcdf19a commit 226 153 169
83baae61804e65cc73a7201a7252750c76066a30 blob 10 19 5362
9585191f37f7b0fb9444f35a9bf50de191beadc2 tag 136 127 5476
9bc1dc421dcd51b4ac296e3e5b6e2a99cf44391e blob 7 18 5193 1 \
05408d195263d853f09dca71d55116663690c27c
ab1afef80fac8e34258ff41fc1b867c702daa24b commit 232 157 12
cac0cab538b970a37ea1e769cbbde608743bc96d commit 226 154 473
d8329fc1cc938780ffdd9f94e0d364e0ea74f579 tree 36 46 5316
e3f094f522629ae358806b17daf78246c27c007b blob 1486 734 4352
f8f51d7d8a1760462eca26eebafde32087499533 tree 106 107 749
fa49b077972391ad58037050f2a75f74e3671e92 blob 9 18 856
fdf4fc3344e67ab068f836878b6c4951e3b15f3d commit 177 122 627
chain length = 1: 1 object
pack-7a16e4488ae40c7d2bc56ea2bd43e25212a66c45.pack: ok
Hier refereert de 9bc1d
blob, wat als je je dat herinnert de eerste versie is van je repo.rb bestand, aan de 05408
blob, wat de tweede versie was van het bestand. De derde kolom in de uitvoer is e grootte van het object in het pakket, zodat je kunt zien dat 05408
12K van het bestand in beslag neemt maar dat 9bc1d
slechts 7 bytes in beslag neemt. Wat ook interessant is, is dat de tweede versie van het bestand degene is die intact opgeslagen wordt, terwijl de originele versie als delta opgeslagen wordt – dit is zo gedaan omdat het waarschijnlijker is dat je snellere toegang nodig hebt tot de meest recente versie van het bestand.
Het fijnste van dit alles is, is dat het op ieder gewenst moment opnieuw ingepakt kan worden. Git zal op z’n tijd je databank automatisch opnieuw inpakken, waarmee het altijd meer ruimte wil besparen. Je kunt ook handmatig opnieuw inpakken op ieder tijdstip, door git gc
met de hand uit te voeren.